Waarom jouw grens geen uitleg nodig heeft (zelfs niet bij een traktatie)
Nee zeggen. Twee simpele letters, één kleine uitspraak — en toch voelt het vaak als een hele opgave. Zeker als het gaat om iets ‘leuks’ als een traktatie: een stuk taart op het werk, een rondje bitterballen op het terras, of die schaal met chocolade die weer eens op de lunchtafel verschijnt.
We zeggen geen nee omdat we het niet mogen. We zeggen nee omdat we het willen. Omdat we keuzes maken die passen bij ons lichaam, onze energie, onze doelen. En toch… zodra we nee zeggen, volgt er bijna automatisch een verantwoording.
- “Ik ben even op de lijn.”
- “Ik heb vanmorgen al iets lekkers gehad.”
- “Ik moet van mezelf even streng zijn.”
Maar waarom eigenlijk?
De reflex van verdedigen
Veel mensen voelen de drang om hun ‘nee’ uit te leggen, te verzachten of goed te praten. Die drang komt vaak voort uit een diep verlangen om aardig gevonden te worden. We zijn bang dat een ‘nee’ onbeleefd, afstandelijk of streng overkomt. Dus voegen we er snel iets achteraan wat de ander geruststelt: “Het ligt niet aan jou, hoor.”
Maar dit mechanisme doet eigenlijk niemand een plezier. Jij gaat over je eigen grenzen heen, en de ander leert niet om jouw grenzen te respecteren zonder uitleg.

De kracht van een kale nee
Een ‘nee’ mag staan. Punt. Niet als aanval. Niet als afwijzing. Gewoon als grens. Iets wat van binnenuit komt. Want als jij weet waarom je nee zegt, hoef je dat niet per se uit te leggen aan een ander. En als je het toch doet, mag het een keuze zijn — geen reflex.
Oefen eens met:
- “Nee, dank je.”
- “Ik sla even over.”
- “Vandaag niet.”
Zonder toelichting. Zonder uitleg. En let dan op wat er gebeurt. Niet zozeer bij de ander, maar bij jezelf.